Overvallen door de diagnose
Mijn zoon Jim was een vrolijk en energiek kind. Vol humor en kattenkwaad. Structuur, dat was wel wat hij nodig had: op tijd eten, op vaste tijden naar bed. Fluitend haalde hij de middelbare school. Wel blowde hij, maar zolang dit binnen de perken bleef, namen we daar geen aanstoot aan. Geen enkele aanleiding voor ons om te denken dat Jim op enigerlei wijze speciale aandacht nodig had. Als studieplaats koos hij voor Groningen. Ver weg van de Randstad, maar we konden zijn studiekeuze goed begrijpen.
Over zijn eerste studiejaar deed Jim twee jaar. Op het nippertje mocht hij door. Er volgde een bestuurlijk jaar: Jim was penningmeester van de club die de kennismakingsweek voor nieuwe studenten moest organiseren. Een leerzaam jaar met bestuurlijke vrijstelling. Jim switchte van studie: naar fiscaal recht. Dat leek hem een studie 'met veel structuur'. We namen de boodschap voor kennisgeving aan en waren blij dat hij zijn studie na dat bestuurlijk jaar weer oppakte.
Achteraf gezien begonnen toen de problemen, maar die speelden zich af buiten ons gezichtsveld. Op enig moment ontdekten we dat Jim steeds zwaarmoediger werd en uiteindelijk ook wanhopiger. Het lukt hem niet de studie bij te benen. Er volgde een ingewikkelde periode waarbij Jim vaak naar Amsterdam kwam en wij uren wandelden en praatten om weer een beetje perspectief in zijn leven te krijgen. Wat er nu precies aan de hand was: geen idee!
Tot Jim 's nachts begon te bellen. Het lukte hem niet zijn studie, en daarmee zijn leven, op de rails te houden. Uiteindelijk kwam Jim terug naar de Randstad en kwam weer bij ons wonen. Daar voerde hij gesprekken met een psycholoog. Omdat zij geen vinger kon krijgen achter de problematiek waar Jim mee worstelde, liet zij hem testen, op autisme, bipolair, borderline en nog een aantal andere aandoeningen. Uiteindelijk kwam daar ADD uit. In eerste instantie was ik nog opgelucht: 'ach ADD, daar valt goed mee te leven'. Dat bleek makkelijker gezegd dan gedaan.
Jim was tegen die tijd 27 jaar en moest compleet uitvinden hoe hij zijn leven met ADD moest inrichten en onder welke voorwaarden hij zo optimaal mogelijk kon functioneren. De ene startup werd gevolgd door de andere. In de tussentijd kwam hij terecht in een hulpverleningstraject: eerst PsyQ en daarna het Bosmaninstituut. Beide met wisselend succes. Waar Jim het meeste aan had waren de lotgenotengroepen.
En datzelfde geldt voor mij, als moeder. Bij toeval ontmoette ik een moeder wier zoon ook niet was afgestudeerd, en ja hoor: ADD! We hebben veel gesproken samen en hebben elkaar enorm geholpen. Samen hebben we een AD(H)D-café opgericht. Vanuit het idee dat we zelf zoveel hebben gehad aan ons 'lotgenotencontact', wilden we mensen met AD(H)D de mogelijkheid bieden met elkaar in contact te komen.
Inmiddels zijn we 4 jaar verder. Jim heeft een vriendin die zeer gestructureerd is en Jim erg steunt, dat maakt al een wereld van verschil. Daarnaast heeft Jim, na vier keer vallen en opstaan met start-ups, een baan gevonden waarin hij het naar zijn zin lijkt te hebben. Maar ik sluit niet uit dat dit er over een paar maanden weer heel anders uit kan zien. Hij legt de lat héel hoog en vindt dingen al snel saai.
Voorlopig tel ik mijn zegeningen. De wereld ziet er gelukkig veel beter uit dan een paar jaar geleden. Het was voor ons als omgeving erg zwaar, we zagen Jim zo lijden en konden zo weinig doen.
‘AD(H)D, je hebt het niet alleen’. De hele omgeving doet mee. Met de kennis van nu hadden we wellicht al eerder kunnen weten dat Jim ADD heeft. Toen ik het vertelde aan het hoofd van zijn basisschool zei deze dat dit hem niet verbaasde. Wat zou het ons, maar vooral ook Jim, hebben geholpen als de diagnose eerder was gesteld. Dan had hij niet met zo'n harde knal vast hoeven lopen en wellicht wel zijn studie af kunnen maken.
Tips van Patricia
- Zoek lotgenoten
- Houd de lijn met je dierbare open, blijf in gesprek, hoe moeilijk dat soms ook is.