Ik bleef in de hulp- en begrip modus
Ik ontmoette Erik tijdens een opleiding tot radiotherapeutisch laborant. Ik was 36, hij 27. ‘Wat een betweter’, dacht ik. Maar tegelijk vond ik hem ook wel stoer en op een bepaalde manier aantrekkelijk. We werden vrienden. Ik bleef hem egocentrisch en ‘apart’ vinden. En akelig intelligent. Maar na mijn scheiding van mijn toenmalige echtgenoot troostte hij mij zo lief dat er toch iets ontstond tussen ons. We zijn uiteindelijk getrouwd en kregen een dochter en een zoon.
Hij was een goede vader, maar had moeite met emotiebeheersing. Hij kon heel driftig en extreem zwart-wit zijn. Daarnaast had hij een seksverslaving, zo ontdekte ik. Hij hield van SM. Ik vond dit raar maar ging er wel in mee, uit liefde voor hem en omdat ik ook wel in ben voor ‘nieuwe dingen’. Ik ben daarnaast iemand die alles wil snappen. Ik wilde hém ook snappen. Door veel te lezen was het mij duidelijk dat hij een vorm van autisme had. Dat maakte dat ik zijn vluchtgedrag beter begreep. Het was een manier om aan zijn emoties te ontsnappen. Maar dat begrip maakte ook dat ik nog meer over mijn grenzen heen ging en hem liet begaan. Hij kon er tenslotte weinig aan doen dat hij zo was.
Toch ging het uiteindelijk niet meer. Zijn obsessie met seks en bezoek aan SM-feestjes werd steeds erger. Hij keek vaak tot diep in de nacht naar porno. We zijn even uit elkaar geweest maar met veel relatietherapie kwam het weer goed. We emigreerden naar Curacao, het eiland waar ik geboren ben en graag naartoe terug wilde. Erik ging werken als docent en alles leek goed te gaan. Maar niet lang. Hij kreeg thuis én op school steeds meer driftbuien en wat erger was: onze dochter Nathalie van 11 jaar vertoonde vergelijkbare gedragsproblemen. Ze kreeg er wel therapie voor maar op Curacao is het niveau van ggz-hulp een stuk lager dan in Nederland. Haar driftbuien werden steeds erger. Regelmatig moest ik haar broertje David beschermen tegen haar agressie. Ze verweet me dat ik alleen van David hield en bedreigde me zelfs met een mes. Ook nu bleef ik in de ‘hulp- en begrip’-modus. Ik las me suf om haar gedrag te begrijpen. Van Erik hoefde ik geen steun te verwachten. Die vond haar gedrag normaal. Uiteindelijk kon ik het niet meer aan en zag ik in dat Nathalie serieuze hulp nodig had. We besloten dat zij en haar vader samen naar Nederland zouden gaan. David bleef bij mij wonen.
Hopend dat het goed ging in het verre Nederland konden David en ik even ademhalen. Maar wederom niet lang. David miste zijn vader te veel. Het ging met David ook niet goed, merkte ik. Ook hij keek veel naar porno, begon met blowen en zat niet lekker in zijn vel. Dus vertrokken wij ook naar Nederland. Na een korte hereniging eindigde ons huwelijk in een pijnlijke vechtscheiding. Op één of andere manier keerden mijn eindeloze pogingen om mijn gezin te begrijpen, steunen en helpen zich tegen mij. De kinderen wilden bij hun vader wonen. Ze vonden mij een bemoeial en een ‘slechte moeder’. Vermoedelijk speelde ook mee dat ze op dat moment echte pubers waren en bij hun vader alle vrijheid kregen. Hij deed zijn eigen ding. Ik bleef alleen achter, want mijn kinderen wilden na een tijdje geen contact meer met mij.
Mijn dochter kreeg op haar 18e de diagnose borderline. Ik begrijp daardoor ook haar gedrag beter en besef dat ik haar echt los moet laten. In haar ogen kan ik het niet meer goed doen. Ik heb al twee jaar geen contact meer met haar. Dat doet pijn, maar ik kan nu wachten. Het geeft me ook rust. Over mijn zoon maak ik me wel zorgen. Hij heeft volgens mij net als zijn vader last van verslavingsproblemen en is gestopt met zijn studie. Maar ook hij ziet mij nog steeds als bemoeierig. Ik heb hem te zeer willen beschermen denk ik. Sinds kort is er weer voorzichtig contact. Ik koester het en forceer niets. Niet meer.
Inmiddels woon ik weer op Curacao en heb een nieuwe geliefde. Hij heeft ook autisme-trekken dus ik ben gewaarschuwd. Maar ik heb niet stilgezeten en zie ook mijn eigen aandeel onder ogen in de problemen met mijn man en later mijn dochter. Je kunt te ver gaan in je drang om je partner of kind te redden. In mijn geval was dat zo. Ik las me suf over wat ze ‘zouden hebben’ en leefde me vervolgens zo in dat ik te meegaand en begripvol was. Maar zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Ik faciliteerde hun gedrag en hield het feitelijk in stand. Daardoor hielp ik hen uiteindelijk niet en mezelf ook niet en werd het gedrag alleen maar erger. Het is goed om dit te beseffen. Als je jouw eigen aandeel erkent in het problematische en grensoverschrijdende gedrag van je naaste, kun je wat aan je eigen aandeel ervan doen. Eerder je grenzen aangeven. Daarmee raak je niet verstrikt in patronen die jouzelf ook langzaam kapot maken en je alleen maar verder verwijderen van je naaste. In de relatie met mijn huidige partner pluk ik de vruchten van dit nieuwe inzicht. Ik ben niet meer alleen met zijn welbevinden bezig. Er is nu eindelijk ruimte voor mijn eigen dingen.
Tips van Astrid
- Lees over het gedrag van je naasten. Daardoor krijg je meer begrip. Maar waak ervoor om vervolgens te veel mee te gaan in dit gedrag.
- Onderzoek ook wat je eigen aandeel is in het problematische en grensoverschrijdende gedrag van je naaste. Je eigen gedrag kun je veranderen, dat van je naaste niet.
- Zie in dat afstand nemen soms de enige optie is. Durf los te laten en te wachten tot je naaste weer naar jou toe komt. Leef je eigen leven.