Pauw of tijgerin
Mijn verhaal schreef ik voor een online schrijfopdracht die luidde: waar ben je trots op in omgang met je naaste?
Ik moest even goed nadenken want trots is niet een emotie die ik automatisch verbind met de ziekte van mijn zoon. Zoveel andere emoties zijn in de voorbije jaren de revue gepasseerd… van angst, boosheid, verdriet en wanhoop tot tevredenheid en extreme opluchting. Ik moest graven in mijn geheugen om te bedenken waar ik trots op ben. Toen ik de vraag aan mijn man voorlegde, begreep hij niks van mijn zoektocht en antwoordde meteen: “Je moet supertrots zijn op alles wat je gedaan en bereikt hebt. De herstelfase waar Christian op dit moment in zit, heeft hij voor een groot deel aan jou te danken”.
Als ik dan toch iets moet kiezen waar ik trots op ben, dan is dat de vasthoudendheid en bevlogenheid waarmee ik me in de hele situatie vastgebeten heb. Vroeger was ik lichtvoetig, een lachebekje, en niet op zoek naar echte verdieping. De ziekte van mijn zoon heeft er echter voor gezorgd dat mijn allerdiepste moederinstinct boven kwam en ik alles op alles wou zetten om hem te ‘redden’. Ik voelde me een tijgerin die hem beschermde, heb hele boekwerken en internetpagina’s verslonden om maar meer te weten te komen over de ziekte schizofrenie en heb me niet (lang) laten afschrikken door de vreselijke beelden en vooruitzichten die daaruit naar voren kwamen. Ik merk in gesprekken dat mijn kennis over de verschillende soorten behandelingen en medicatie die in de ggz omgaan, groter is dan sommige begeleiders van mijn zoon. Daarnaast heb ik me verdiept in voedingssupplementen en vitamines die zouden helpen bij het verminderen van symptomen van de ziekte.
Maar moet ik daar trots op zijn? Voor mij is het iets wat ik niet anders kon doen. Ik moest en zou voor hem het hoogst haalbare bereiken en stapje voor stapje zijn we gekomen waar we nu zijn.
En ja, dan ben ik trots als hij naast mij staat bij de opening van de nieuwe werkplaats van de organisatie waar hij vrijwilligerswerk doet en praatjes maakt met bekenden. En dan vergeet ik gemakshalve maar even de dingen waar ik zeker niet trots op ben, zoals het stiekem vermalen van zijn antipsychotica in de fruityoghurt in de periode dat hij psychotisch, agressief en zeer angstig was. Het doel heiligt de middelen, daar geloof ik nog steeds in. Hij is er nog, zoekt me op en vindt het gezellig als we samen de stad in gaan om te winkelen of koffie te drinken. En soms zegt hij zelfs dat hij van me houdt en blij is met mij als moeder.
Uiteraard ben ik vooral trots op hém, hij moest het uiteindelijk doen, maar toch… ik heb alles op alles gezet om hem mee te nemen naar de plek waar hij nu is: een jongeman van 24 die liefdesverdriet heeft omdat zijn vriendinnetje het uitgemaakt heeft, maar plichtsgetrouw en enthousiast zijn vrijwilligerswerk doet en een taart bakt voor zijn jarige oma. Regelmatig zeg ik hoe trots ik op hem ben. Ik hoop dat dit gevoel van trots bij hem op de achtergrond aanwezig zal blijven. Want dat er nog mindere tijden zullen komen weet ik helaas zeker.
Tips van Lies
- Verdiep je in het ziektebeeld van je naaste, lees erover en ga bijvoorbeeld zelf vrijwilligerswerk doen waardoor je de omgeving en leefwereld van je naaste leert kennen en hij/zij zich geaccepteerd en gewaardeerd voelt.
- Stel je verwachtingen bij, hoop op het beste en blijf stimuleren en motiveren, maar leg je erbij neer dat je naaste wellicht een ander levenspad gaat dan jij verwachtte.
- Zorg goed voor jezelf. Blijf leuke en interessante dingen doen waardoor je energie krijgt om de zware tijden aan te kunnen.
Dit verhaal is voortgekomen uit de online schijfhulp voor naasten