Ik wil weer haar zus zijn, niet haar verzorger
Miranda (1959) is mantelzorger voor haar oudere zus (1955). Haar zus, die lijdt aan schizofrenie en zich vaak eenzaam voelt, woont in een naburige woonplaats. Miranda is zelf getrouwd en heeft twee volwassen kinderen die al lang het huis uit zijn. Ze maakt iedere werkweek ‘s morgens een paar uren een huis schoon voor mensen met een beperking die daar begeleid wonen. Dit doet ze al 21 jaar met veel plezier.
Tot 8 jaar geleden was ze jarenlang de mantelzorger voor haar bejaarde vader, met wie ze een goede band had. Hij stierf na een periode van ziekzijn in het ziekenhuis op 89-jarige leeftijd. Juist in die tijd kreeg Miranda zelf een hersenbloeding, waardoor ze niet bij zijn begrafenis kon zijn.
Miranda en haar oudere zus zijn geboren in Delft, waar hun moeder al op 39-jarige leeftijd overleed. De twee zussen werden hierna een jaar lang opgenomen in een bevriend huisgezin, terwijl vader verhuisde naar een plaatsje in het noorden van het land. Hij had daar werk gevonden en wilde proberen er een huis te krijgen. Miranda’s zus was in deze tijd een rustig, meegaand meisje, dat moeite had het verlies van haar moeder te verwerken. Zij was 10 jaar toen hun moeder stierf en Miranda was nog maar zes. Aan dit bevriende huisgezin bewaart Miranda goede herinneringen.
Na een jaar had haar vader een huis en kon hij de meisjes laten overkomen om bij hem te wonen. Als hun vader overdag naar zijn werk was, kwam er een huishoudster, die de huishouding deed en de beide kinderen bemoederde.Na een aantal jaren hertrouwde Miranda’s vader. De verhouding tussen de beide zussen en de tweede vrouw van hun vader verslechterde na het huwelijk snel. Hun stiefmoeder kon niet goed met de meisjes omgaan.
‘We konden niks goed doen in haar ogen,’ zegt Miranda verdrietig, ‘en vader kon niet goed tegen haar op.’ Na verloop van tijd vatte hun stiefmoeder het idee op dat de meisjes, toen 12 en 8 jaar, ‘moeilijk opvoedbaar’ waren. Ze liet ze hierop testen in Leeuwarden. De uitslag was volgens de artsen dat het volkomen normale kinderen waren, die last van bedplassen hadden als gevolg van de gespannen situatie thuis. Het werd er niet beter op toen er nog een halfzusje werd geboren.
Als gevolg van deze situatie ontvluchtte Miranda’s zus het ouderlijk huis op 19-jarige leeftijd. Ze volgde een interne verpleegsteropleiding en raakte al snel zwanger, waarna ze trouwde en twee dochters kreeg. Het huwelijk bleek geen succes. Na 13 jaar verliet ze haar echtgenoot. Met haar kinderen kwam ze terug bij haar vader wonen. Hun stiefmoeder was inmiddels overleden en haar vader woonde toen alleen. Miranda zorgde in die periode, naast haar eigen gezin, voor haar vader en nu dus ook voor haar zus en diens kinderen. Ze had er haar handen vol aan. Toen ze een woning kreeg, ging Miranda’s zus weer op zichzelf wonen in een naburig dorp.
Het ging niet goed met Miranda’s zus toen haar kinderen volwassen werden en het ouderlijk huis verlieten. In de perioden dat het niet goed met hun moeder ging, belden haar dochters steeds Miranda om hulp te komen bieden. Miranda’s zus werd op aanraden van de huisarts een korte poos opgenomen in een instelling in Heerenveen. Toen ze terugkwam, kon ze wel weer op zichzelf wonen, maar ze wordt sindsdien begeleid door de huisarts en de zorg. Ondanks dat ze zichzelf goed bezighoudt met de dagbesteding bij een MindUp project, deelname aan koffie-ochtenden, zingen in een koor, vrijwilligerswerk en een cursus schilderen, blijft ze zich eenzaam voelen.
De dochters van Miranda’s zus leiden hun eigen leven. Sommige van haar kleinkinderen hebben autisme, wat het contact bemoeilijkt. Ze komen niet vaak langs. Een van haar dochters doet de regelzaken. Miranda deed nog wel huishoudelijk werk voor haar zus, maar ze wil deze taken nu graag meer overlaten aan de personen en de instanties die hiervoor bedoeld zijn.
‘Bijna mijn hele leven draag ik al zorg voor anderen,’ zegt Miranda aan het eind van haar verhaal.
‘Het is natuurlijk zo, dat als er niemand is, die het wil doen, dat jij het dan maar op je neemt. Ik heb het met liefde gedaan, maar achteraf denk ik dat er toch wel makkelijk gebruik van mij is gemaakt. Afgelopen jaar deed ik mee aan de cursus beeldhouwen in Dokkum. Tijdens het proces dat mijn beeld vorm kreeg, groeide het besef dat ik dit wil veranderen.’
Hoewel ze nog best af en toe bij wil springen als het nodig is, wil Miranda voortaan liever leuke dingen met haar zus doen. Die heeft geen rijbewijs, dus het liefst zou Miranda haar willen ophalen en leuke uitstapjes met haar maken naar culturele evenementen, zoals muziekuitvoeringen en tentoonstellingen.
‘Wat ik ook wil, is práten met mijn zus, over vroeger. Over de dingen die ons overkomen zijn, toen wij op elkaar waren aangewezen. Mijn zus is 4 jaar ouder en zij weet nog heel veel van vroeger, gebeurtenissen die ik me toen nooit zo gerealiseerd heb of die ik al vergeten ben. Ik houd heel veel van haar, weet je.’
Miranda wil na al die jaren een gewoon sociaal contact met haar zus hebben. ‘Een kopje thee drinken en gezellig babbelen,’ zegt ze zacht.
Tips van Miranda
- Laat de zorg aan de zorgverleners
- Probeer ‘gewoon’ zus te zijn
- Kies ook eens voor jezelf
Dit verhaal is afkomstig uit het project Verhaal in Beeld van Stichting welzijn het bolwerk (https://het-bolwerk.eu/ 0519 - 29 22 23)