Doorzichtig en waterdicht
Ik denk dat mijn moeder Borderline heeft. Om van het gezeur af te zijn, gaat ze een keer naar de praktijkondersteuner van de huisarts. ‘Je bent wel erg hard voor jezelf’, vindt deze psycholoog.
Ondanks dat ik hier volledig buiten word gehouden mist deze zet zijn effect niet.
Ik besef dat ze mijn moeder is, dat ze belangrijk voor me is, dat ze deel van me is, dat ik van haar hou, ondanks alles. Mijn blik is zacht. Ik ben blij dat ik dat kan voelen. Ik bel haar op. Zo om de 3 weken zien we elkaar.
Het gesprek wordt afgesloten met een bezoek-optie, eerder geopperd.
Ze zou langs komen, ‘echt, dat doe ik’.
Nu blijkt dat ze ‘aan huis gekluisterd’ is. Diarree dit keer.
Ik moet naar háár komen, mét P, mijn partner.
Haar manier om me uit te nodigen. Manipuleren, het is gewoon. Ik accepteer het. Ik kan er niet omheen. Ze kan niet anders. Haar strategieën zijn waterdicht maar zo doorzichtig.
Zij: ’Goh, leuke broek!’
Zij: ’Mooi vest!’
Zij: ’Kijk, ik heb nog een cadeau voor jou.’
P: ’Rusland, interessant, ben ik net mee bezig.’
Zij: ’Ja, de Russen ook maar weer uit de kast gehaald, altijd maar die Fransen, de Russen hoeven toch niet opeens bij het oud vuil…!?’
Zij: ’Die bos bloemen, is voor jou.…’
Ik: ’Wow, mooie bloemen, je had ook al zo’n mooi kaartje gemaakt.’
Zij: ’Voor jouw topprestatie, wat ben jij gewéldig.’
Zij: ’Goh, P, saxofoon, vind ik zo’n mooi instrument. Wie is je favoriete saxofonist?’
P: ’Lester Young.’
Zij: ’Boeiend, onthoud ik, ga ik luisteren.’
Is alles nu weer goed? Accepteert ze P nu wel?
Geen onvertogen woord, geïnteresseerd, cadeaus, complimenten. Te mooi om waar te zijn.
Ik wil het zo graag geloven. Dat ik een moeder heb. Een moeder die geen voorwaarden stelt aan haar liefde, die me vrij laat, ruimte gunt. Die niet claimt en straft. Die zich niet als vervelende verwende puber gedraagt. Die inziet dat de wereld niet om haar draait.
De eerste snier is alweer binnen. Het felbegeerde en door mij cadeau gedane ‘Anéantir’ van Houellebecq is stilletjes afgeserveerd. Ik voel het, maar wil het niet zien.
Ze is mijn moeder, ook al gedraagt zij zich als het kind. Ik ben geconditioneerd om mee te bewegen met haar grillen. Ik geloof wat ze zegt. Coherentie ontbreekt, ik weet niet beter. Dat is haar werkelijkheid en dus de mijne. Niks is zeker. Ik moet vooral heel hard mijn best doen. Als ik dat doe, houdt ze van me. Als ze niet van me houdt, heb ik dus niet hard genoeg mijn best gedaan.
Ze moet naar een andere ziekenhuisspecialist. ‘Misschien wel kanker.’ Verwijdering van delen van lichaamsdelen, dat zijn gesprekken die je niet alleen moet voeren, me dunkt.
Ondanks een eerdere, vreselijk mislukte poging om met haar mee te gaan naar een dokter, bied ik opnieuw aan om mee te gaan.
Zij: ’Kun je daar dan vrij voor krijgen?’
Ik: ’Als ik het op tijd weet wel.’
Ik hoor de paniek in haar stem. De uitwegen liggen al klaar en daar gaat ze, op de vlucht. J (een dominante vriendin op wie ze dan weer afgeeft en die ze dan weer ophemelt) wil met haar mee. Maar J heeft het druk. ‘Je dochter kan toch ook mee gaan’, had J gesuggereerd.
‘Als J niet kan, ga ik desnoods alleen’, zegt mijn moeder, ‘want ik wil het jou niet aandoen.’
Ik mág niet mee. Dat is wat ik voel. Kost wat kost moet voorkomen worden dat ik meega.
Ik dring niet verder aan. Ik weet wat daarvan komt. Heel veel ellende.
Ze wil niet dat ik meega. Ze zal dat niet toegeven en dus voor een waterdichte maar doorzichtige methode kiezen om te zorgen dat ik niet meega.
Het dringt langzaam door. Dít was de klap. En wéér heb ik braaf klaargestaan om ‘m in ontvangst te nemen. Het kómt nooit goed.
Tips van Willie
- Leef je eigen leven, houd afstand
- Herken de patronen in je eigen gedrag en probeer ze te doorbreken
- Vergeef jezelf als dat niet lukt, het zit diep