Hoe depressie langzaam bij je binnen sluipt
Het was het einde van de zomer van 2016 toen mijn vriendin Dineke een baan kreeg als verloskundige bij mij in de buurt, zo’n 100 km bij haar ouders vandaan. Samenwonen behoorde nog niet tot de mogelijkheden, maar al snel had ze een plekje gevonden bij een hospita niet ver van haar werk. Dineke zou ik in die tijd omschrijven als een doorzetter, vol enthousiasme, altijd stralend en een bron van energie. Samen konden wij de wereld aan en we gingen het helemaal maken.
Tot november. Dineke sliep slechter en werd chagrijnig. We spraken erover en concludeerden dat haar afstuderen (na 6 jaar VWO en 5 jaar verloskunde), de vele 24-uurs diensten en een heftige ruzie in de familie haar wel eens parten konden spelen. Ze trok aan de bel op haar werk en zette daar zachtjes de rem op.
In december boekten we een vakantie naar Bali. We zouden er eind januari eens twee weken tussenuit. Lekker bijtanken en er daarna weer vol energie tegenaan. Niets bleek minder waar. Dineke sliep en at steeds slechter. Tijdens de vakantie merkte ik dat ze op sociaal vlak heel veel inleverde. ‘Wat is er in godsnaam aan de hand?’ vroeg ik mij af.
Na thuiskomst bleek dat de vakantie haar niets aan rust opgeleverd had. We beseften dat er iets totaal niet goed zat, maar wat? Al snel zaten we bij de huisarts die op korte termijn een afspraak bij een psycholoog regelde. Die wist Dineke echter niet naar de weg ‘omhoog’ te leiden. De cognitieve gedragstherapie sloeg niet aan. Dineke ging alleen maar achteruit. Ze sliep nog maar 3 uur per nacht, at bizar slecht. Er kwam niets meer uit haar handen, behalve haar werk. Ingegeven door een enorm schuldgevoel kon ze haar collega’s tijdens een drukke periode niet in de steek laten. Thuis was ze een hoopje ellende.
Met veel moeite kreeg ik haar zo nu en dan mee naar buiten om een stukje te wandelen. Inmiddels had ik alle zorg naar me toegetrokken. Haar ouders, en de mijne trouwens ook, woonden immers meer dan 100 km bij ons vandaan en onze vriendenkring is nog niet zo groot. Naast mijn eigen fulltime baan met wisseldiensten had ik dus de volledige zorg over mijn lieve Dineke.
Dat is extreem zwaar, vooral door de enorme negativiteit die er thuis continu heerste. In het paasweekend hakte ik de knoop door. Ik belde de huisartsenpost, wat volgde was een huisbezoek van de crisisdienst van de ggz. Dineke voldeed aan alle criteria van iemand met een zware depressie, maar had geen suïcidale gedachten. Dat maakte dat de situatie niet ernstig genoeg was voor een acute opname. We moesten de eerstvolgende werkdag maar naar de huisarts gaan. Deze schreef na overleg met een psychiater antidepressiva voor.
Na 6 weken antidepressiva was er nog steeds geen verbetering in de toestand van Dineke. Naar buiten gaan werd ondoenlijk en wanneer ik wegging raakte ze helemaal van streek. Het werd mij duidelijk dat een opname in een ggz-kliniek onvermijdelijk was geworden. Weer naar de crisisdienst. Daar wilden ze ons eerst weer naar huis sturen met kalmerende medicatie. Na stevig aandringen van ons en een goede onderbouwing was het ook de crisisdienst duidelijk dat Dineke intensievere zorg nodig had dan wij als naasten konden bieden. Ze werd opgenomen.
De opname van mijn vriendin kwam geen dag te vroeg. Inmiddels was ik mezelf twee keer 'voorbij gelopen'. Ik merkte aan mezelf dat ik het niet vol zou houden op deze manier. Met haar opname gleed er een enorme last van mijn schouders. Het idee dat ze ondersteund wordt door mensen met kennis en kunde bood mij zoveel rust. Ik kon me weer op mezelf richten en merkte dat ik veel te lang heb geprobeerd alles zelf op te lossen. Dat gaat simpelweg niet. Tijdens haar opname deed ik vooral leuke dingen met haar, ik bezocht musea en heb veel en lang gewandeld.
Tips van Roger
- Ik kocht een museumjaarkaart. Mijn vriendin kan zich moeilijk concentreren. Met een museumjaarkaart kunnen we zonder schuldgevoel binnen een half uur het prijzige rijksmuseum weer uitstappen.
- Ik bespreek onze situatie met familie en vrienden. Depressie kan iedereen overkomen en is niet iets om je voor te schamen. Ik vertel ook hoe zwaar het is. En ik vraag vrienden, buren of familie om hulp. Om bijvoorbeeld af en toe boodschappen te doen of een keer te stofzuigen.
- Het is niet mijn verantwoordelijkheid als partner om de depressie op te lossen. Ik heb hier met mijn vriendin over gesproken. Professionele hulp (te beginnen bij de huisarts) is er voor de behandeling. Ik wil haar graag ondersteunen.
- Ik neem tijd voor mezelf. Haar depressie gaat niet sneller over wanneer wij 24/7 samen zijn. Af en toe doe ik leuke dingen om te ontspannen.
- Wij wandelen veel. Bewegen is voor iedereen goed maar voor iemand met een depressie nog meer. En het doet ons goed om dat samen te doen.