Mijn neef is overleden in de coronacrisis
Mijn neef sliep ’s nachts bij een opvang voor daklozen.
Overdag zat hij graag in de bibliotheek, een gezellige plek met tafels en een restaurant, waar je koffie kon bestellen. Daar zat hij uren, met zijn kopje koffie, een krant te lezen en wat te mailen. Dat was zijn contact met de wereld om hem heen. Via de kranten hield hij het nieuws bij. En daar mailde hij dan over, soms naar mij. Iets over huisartsen bijvoorbeeld. Paul was trots op zijn nicht die huisarts was.
We zijn van jongs af deelgenoot geweest van elkaars jeugd. We trokken veel samen op. Onze moeders waren een eeneiige tweeling. Maar hun karakters waren totaal verschillend. Waar mijn moeder het gezellig maakte thuis, kon mijn tante geen structuur aanbrengen voor haar twee zoons. Paul en zijn broer zijn niet veilig opgegroeid door de onmacht van hun ouders. Toen Paul 12 jaar was scheidden zijn ouders. Paul bleef bij zijn vader wonen. We verloren elkaar uit het oog.
Begin 2020 kregen we weer contact met elkaar. In februari dronken wij samen een kop koffie. We wandelden door de stad. We lunchten in een restaurant. Mijn neef dronk een biertje bij zijn broodje gezond. Daarna liep hij met me terug naar het station, maar op de rand van zijn comfortzone, op de grens van de binnenstad, aarzelde hij. Stations waren niet zijn ding: ‘te veel prikkels’. Ik begreep het. We namen afscheid met een omhelzing.
Mijn neef was gevoelig voor psychoses. Hij maakte de hts net niet af. Ik denk dat hij terugschrok voor de verantwoordelijkheid, voor het op eigen benen staan. Zijn leven verliep heel moeilijk, met opnames en periodes van thuisloos zijn. Hij gebruikte antipsychotica. Hij had veel veiligheid en structuur nodig. Elke dag moest hij om 10 uur ’s ochtends uit de nachtopvang zijn. Zijn structuur was die gezellige stadsbibliotheek. Hij zat daar droog. Zijn contact met de werkelijkheid onderhield hij met mailen, met mij en andere mensen. En soms samen een kopje koffie drinken.
Met de coronacrisis dacht ik veel aan Paul. En zeker toen de restaurants dicht moesten. Ik belde hem, maar zijn telefoon ging niet meer over. Ik mailde hem, maar er kwam geen antwoord. Toen is zijn lichaam uit het water gehaald. De politie zegt dat het ‘geen misdrijf’ was.
Maar wat was het dan wel? Suïcide? Was hij psychotisch? Paul was niet depressief toen ik hem sprak. Toch een coronabesmetting? Paul sliep op een slaapzaal. Maar hoe kom je daarmee in het water terecht?
Ik ben verdrietig. Voor mij is zeker dat Paul last had van het sluiten van de horeca. Voor mensen zoals hij is daarmee overdag alle veiligheid en structuur weg.
Rust zacht, lieve Paul.
Tips van Els
1. Probeer contact te houden. Probeer een verbinding (=contact) te vinden met de ander. Probeer aan te sluiten bij de interesses van de ander.
2. Respecteer iemands grenzen. Een briefje of e-mail sturen is vaak minder 'overweldigend' dan zomaar bellen. Bij een mail kan iemand zelf bepalen wanneer hij hem leest of beantwoordt. Maak bijvoorbeeld een belafspraak via de mail.
3. Probeer te zorgen voor veiligheid en structuur. Elk mens heeft structuur nodig, het geeft houvast. Wees alert wat allemaal 'structuur' is; werk of dagbesteding is structuur. Een restaurant of bibliotheek kan een structuur betekenen als iemand dakloos is. Wees alert als structuren wegvallen.
Eerder gepubliceerd in Medisch Contact