Hardlopen
Hardlopen, dat heb ik maar weer eens opgepakt: met nieuwe schoenen aan en een muziekje in mijn oren, ren ik het bos in. Lekker gezond en ontspannend! Net een minuutje of 10 onderweg passeer ik een jonge vrouw. Ik werp een blik achterom en zie dat het niet goed met haar gaat. Als ik haar aanspreek, barst ze in huilen uit. Ze is erg verward en kan me haar naam of adres niet vertellen. Ik probeer haar gerust te stellen en vraag of ik iemand voor haar kan bellen. Ze slaagt erin haar telefoon te ontgrendelen en geeft die aan mij. Ik bel het laatst gekozen nummer en leg uit waarvoor ik bel. De dame die opneemt vraagt mij haar de telefoon te geven. Dat doe ik, waarna de jonge vrouw bleek en met wegdraaiende ogen door haar benen zakt. Ze zit als een kwetsbaar hoopje mens op de grond tegen een boom met haar ogen dicht te luisteren naar de stem die op haar inpraat. Als ze ophangt, merk ik dat ze wat meer tot zichzelf is gekomen. Ik help haar overeind en ze vraagt of ik haar een stukje op weg kan helpen. Ze bedankt me en als ze weg fiets merk ik dat ik er alle vertrouwen in heb dat ze goed thuis komt.
Ik doe mijn oortjes weer in en ren verder om mijn ronde af te maken. Best stoer van mezelf, vind ik, want dit voorval grijpt mij flink aan. Wat is het toch triest dat iemand zo verward kan raken en zelf niet eerder om hulp weet te vragen. Dat brengt mijn gedachten terug naar ruim een jaar geleden toen mijn broer door psychiatrische problemen gecombineerd met drugsgebruik in korte tijd enorm is afgegleden. Ik heb geen idee wie hem toen waar en hoe hebben aangetroffen, maar ik weet wel dat hij vele nachten bij mijn ouders op de stoep heeft gestaan op zoek naar medicijnen, sleutels, eten, een bed of veiligheid; dat de ingeschakelde hulpverleners hem wekenlang niet thuis aantroffen; dat een buurvrouw is verhuisd vanwege overlast door hem en angst voor hem; dat hij een nacht op het politiebureau heeft doorgebracht omdat iemand melding had gedaan van ‘een verwarde man op straat’; dat de
crisisdienst hem op zijn blote voeten naar huis stuurde omdat hij niet open stond voor behandeling en dat dit meer dan een half jaar zo is doorgegaan.
Wat was het heftig om de impact van dit alles op mijn ouders te zien. Wat was het heftig om niet te weten of en hoe ik mijn broer zou aantreffen als ik hem opzocht. Wat was het heftig om maandenlang bij ieder telefoontje de noodzaak te voelen om op te nemen. Wat was het heftig…
Maar voor nu na mijn rondje rennen door het bos: Wat ben ik blij dat ik achterom keek en deze jonge vrouw opmerkte. Wat is het fijn dat ik het juiste wist te doen. Wat was het mooi om te zien dat deze jonge vrouw door de woorden van iemand die haar goed kent en om haar geeft, zichzelf zo snel weer kon hervinden. Wat blijft het moeilijk om intense gevoelens van onmacht, verdriet en angst met anderen te delen. Wat ben ik trots dat ik dit alles nu durf op te schrijven en te delen. Wat is er nog veel werk te doen om psychiatrische patiënten en hun naasten zich minder alleen te laten voelen. Wat is het lekker om een rondje door het bos te rennen.
Tips van Marieke
- Deel je verhaal, dat kan op allerlei manieren. Zoek stap voor stap naar een vorm die voor jou goed voelt.
- Blijft niet alleen maar hardlopen, maar durf soms stil te staan en je gevoelens te doorleven om ervan te kunnen leren.
Dit verhaal is afkomstig van Labyrint In Perspectief: https://labyrint-in-perspectief.nl/hardlopen/