Overslaan en naar de inhoud gaan

Primaire tabs

92. Een hand uitsteken
Ervaringen

Een hand uitsteken

Naasten willen gesteund worden, niet gebruikt. Zij zijn de derde poot in de hulpverlening die nog te vaak wordt vergeten.

Zesenveertig jaar geleden trouwden wij. Ik was pas 19 jaar. Ik merkte al snel dat mijn vrouw psychisch minder sterk was. Ze leunde veel op mij, had mij echt nodig. Ik kreeg een baan in een andere plaats, maar we kregen daar pas vier maanden later een woning. Een weekendhuwelijk was het. Mijn vrouw had het zwaar zonder mij en ging naar de huisarts. Depressief, was de conclusie. Het ging uiteindelijk wat beter, maar een paar jaar later liep ze weer een deuk op. Jaren van therapieën, herstellingsoorden en opnames volgden.

Pas na de laatste opname kreeg ik rust. Ik merkte dat ik al die jaren op eieren had gelopen. De verpleging gaf aan dat ik me los moest maken van mijn rol als mantelzorger en hulpverlener en weer echtgenoot moest worden. Maar ik wist niet hoe. Veertig jaar heb ik voor haar gezorgd, ik hielp haar met alles. Ik had handvatten nodig, maar kreeg maar weinig antwoorden. Eigenlijk ben ik een onbestorven weduwnaar. Mijn vrouw is er niet meer, maar toch is ze er nog. Ik hield altijd de hoop dat ze weer naar huis kan, maar op een gegeven moment moest ik accepteren dat dat niet meer haalbaar is. Niet alleen voor haar, maar ook voor mij niet.

Twee jaar geleden volgde ik een cursus voor naasten. Hier kwam eigenlijk alles naar voren wat ik me in al die jaren zelf al had aangeleerd. Er werd me wel eens gevraagd waarom ik geen vragen stelde. Maar als je niet weet waar je naar moet vragen, gaat dat lastig.

Nu zet ik me in voor de adviesraad van naasten. De adviesraad heeft als doel om bij te dragen aan een optimale behandeling door ook naasten te betrekken. Wij proberen richting en duiding te geven, niet alleen aan naasten, maar ook aan het bestuur van de instelling. We willen de naasten van patiënten bijstaan, er echt voor ze zijn. Zij hebben een hand nodig. Het is niet nodig dat zij het wiel opnieuw moeten uitvinden. Het zogeheten ‘triadisch werken’ is het ideaalbeeld. Er moet niet alleen een lijntje zijn via de patiënt, maar ook van de hulpverlener naar de naaste en andersom. Dan zijn we op de goede weg.

Tips van Pieter

  1. Blijf echtgenoot, word geen hulpverlener
  2. Zorg goed voor jezelf
  3. Houd contact met je naaste en met de hulpverlening

Dit verhaal is een bewerking van  www.dimence.nl/nieuws/een-hand-uitsteken-naar-naasten

91. Mijn neef is overleden in de coronacrisis
Ervaringen

Mijn neef is overleden in de coronacrisis

Mijn neef sliep ’s nachts bij een opvang voor daklozen.

Overdag zat hij graag in de bibliotheek, een gezellige plek met tafels en een restaurant, waar je koffie kon bestellen. Daar zat hij uren, met zijn kopje koffie, een krant te lezen en wat te mailen. Dat was zijn contact met de wereld om hem heen. Via de kranten hield hij het nieuws bij. En daar mailde hij dan over, soms naar mij. Iets over huisartsen bijvoorbeeld. Paul was trots op zijn nicht die huisarts was.

We zijn van jongs af deelgenoot geweest van elkaars jeugd. We trokken veel samen op. Onze moeders waren een eeneiige tweeling. Maar hun karakters waren totaal verschillend. Waar mijn moeder het gezellig maakte thuis, kon mijn tante geen structuur aanbrengen voor haar twee zoons. Paul en zijn broer zijn niet veilig opgegroeid door de onmacht van hun ouders. Toen Paul 12 jaar was scheidden zijn ouders. Paul bleef bij zijn vader wonen. We verloren elkaar uit het oog.

Begin 2020 kregen we weer contact met elkaar. In februari dronken wij samen een kop koffie. We wandelden door de stad. We lunchten in een restaurant. Mijn neef dronk een biertje bij zijn broodje gezond. Daarna liep hij met me terug naar het station, maar op de rand van zijn comfortzone, op de grens van de binnenstad, aarzelde hij. Stations waren niet zijn ding: ‘te veel prikkels’. Ik begreep het. We namen afscheid met een omhelzing.

Mijn neef was gevoelig voor psychoses. Hij maakte de hts net niet af. Ik denk dat hij terugschrok voor de verantwoordelijkheid, voor het op eigen benen staan. Zijn leven verliep heel moeilijk, met opnames en periodes van thuisloos zijn. Hij gebruikte antipsychotica. Hij had veel veiligheid en structuur nodig. Elke dag moest hij om 10 uur ’s ochtends uit de nachtopvang zijn. Zijn structuur was die gezellige stadsbibliotheek. Hij zat daar droog. Zijn contact met de werkelijkheid onderhield hij met mailen, met mij en andere mensen. En soms samen een kopje koffie drinken.

Met de coronacrisis dacht ik veel aan Paul. En zeker toen de restaurants dicht moesten. Ik belde hem, maar zijn telefoon ging niet meer over. Ik mailde hem, maar er kwam geen antwoord. Toen is zijn lichaam uit het water gehaald. De politie zegt dat het ‘geen misdrijf’ was.

Maar wat was het dan wel? Suïcide? Was hij psychotisch? Paul was niet depressief toen ik hem sprak. Toch een coronabesmetting? Paul sliep op een slaapzaal. Maar hoe kom je daarmee in het water terecht?

Ik ben verdrietig. Voor mij is zeker dat Paul last had van het sluiten van de horeca. Voor mensen zoals hij is daarmee overdag alle veiligheid en structuur weg.

Rust zacht, lieve Paul.

Tips van Els

1. Probeer contact te houden. Probeer een verbinding (=contact) te vinden met de ander. Probeer aan te sluiten bij de interesses van de ander.

2. Respecteer iemands grenzen. Een briefje of e-mail sturen is vaak minder 'overweldigend' dan zomaar bellen. Bij een mail kan iemand zelf bepalen wanneer hij hem leest of beantwoordt. Maak bijvoorbeeld een belafspraak via de mail.

3. Probeer te zorgen voor veiligheid en structuur. Elk mens heeft structuur nodig, het geeft houvast. Wees alert wat allemaal 'structuur' is; werk of dagbesteding is structuur. Een restaurant of bibliotheek kan een structuur betekenen als iemand dakloos is. Wees alert als structuren wegvallen.

Eerder gepubliceerd in Medisch Contact

90. Zomermanie
Ervaringen

Zomermanie

Zomer 2019. Ik ken Jan nu zo'n vijf jaar en hij is in die vijf jaar een goede vriend geworden. De eerste keer dat wij elkaar spraken was toen hij de lotgenotenlijn van Plusminus belde. Plusminus is de vereniging voor mensen met een bipolaire stoornis en hun naasten. Ik was de vrijwilliger die opnam. Jan en ik hebben beide een bipolaire aandoening. Tegelijkertijd zijn wij daarmee naasten van elkaar. We wonen niet ver van elkaar en we maken deel uit van dezelfde lotgenotengroep.

Mijn uitschieters naar boven zijn hypomaan en die van Jan daarentegen zijn manisch met psychotische en spirituele kenmerken. Jan heeft mij veel verteld over hoe de bipolaire aandoening bij hem werkt. Ook heb ik meegelezen met zijn signaleringsplan en ben ik daarin een van zijn contactpersonen.

Terug naar de zomer van 2019. Jan genoot volop van het leven en was voor de derde keer op vakantie. Nieuw was dat hij dagelijks een videoboodschap opnam en die postte op zijn facebook account. Het enige dat ik zag was zijn karakteristieke hoofd. Hoewel nogal chaotisch, waren het grappige filmpjes. Een tikkeltje over de grens, dat wel. Eenmaal terug in Nederland was zijn volgende post een autobiografisch verhaal op zijn website met daarin nogal heftige ervaringen. Niet alleen pijnlijk voor Jan maar ook voor anderen. Ik begon mij zorgen te maken. Ik belde Jan en vroeg hem of er iets aan de hand was, of het wel ging. Hij antwoordde dat het niet beter kon gaan. En ik liet mij afschepen.

Dat was geen verstandig besluit. Ik had mij niet moeten laten geruststellen. In een beginnende manie heb je een heel fijn euforisch gevoel en dat wil je vasthouden.Gelukkig heeft het deze keer niet tot een ernstige manie geleid.
 

De tips van Wim

  1. Stel samen met je naasten een signaleringsplan op
  2. Pas het signaleringsplan aan na elke episode
  3. Als je het gevoel hebt dat je naaste in een (hypo) manie zit, laat je niet afschepen. Pak niet de telefoon, maar ga erheen.

 

88 Pauw of Tijgerin
Ervaringen

Pauw of tijgerin

Mijn verhaal schreef ik voor een online schrijfopdracht die luidde: waar ben je trots op in omgang met je naaste?

Ik moest even goed nadenken want trots is niet een emotie die ik automatisch verbind met de ziekte van mijn zoon. Zoveel andere emoties zijn in de voorbije jaren de revue gepasseerd… van angst, boosheid, verdriet en wanhoop tot tevredenheid en extreme opluchting. Ik moest graven in mijn geheugen om te bedenken waar ik trots op ben. Toen ik de vraag aan mijn man voorlegde, begreep hij niks van mijn zoektocht en antwoordde meteen: “Je moet supertrots zijn op alles wat je gedaan en bereikt hebt. De herstelfase waar Christian op dit moment in zit, heeft hij voor een groot deel aan jou te danken”.

Als ik dan toch iets moet kiezen waar ik trots op ben, dan is dat de vasthoudendheid en bevlogenheid waarmee ik me in de hele situatie vastgebeten heb. Vroeger was ik lichtvoetig, een lachebekje, en niet op zoek naar echte verdieping. De ziekte van mijn zoon heeft er echter voor gezorgd dat mijn allerdiepste moederinstinct boven kwam en ik alles op alles wou zetten om hem te ‘redden’. Ik voelde me een tijgerin die hem beschermde, heb hele boekwerken en internetpagina’s verslonden om maar meer te weten te komen over de ziekte schizofrenie en heb me niet (lang) laten afschrikken door de vreselijke beelden en vooruitzichten die daaruit naar voren kwamen. Ik merk in gesprekken dat mijn kennis over de verschillende soorten behandelingen en medicatie die in de ggz omgaan, groter is dan sommige begeleiders van mijn zoon. Daarnaast heb ik me verdiept in voedingssupplementen en vitamines die zouden helpen bij het verminderen van symptomen van de ziekte.

Maar moet ik daar trots op zijn? Voor mij is het iets wat ik niet anders kon doen. Ik moest en zou voor hem het hoogst haalbare bereiken en stapje voor stapje zijn we gekomen waar we nu zijn.

En ja, dan ben ik trots als hij naast mij staat bij de opening van de nieuwe werkplaats van de organisatie waar hij vrijwilligerswerk doet en praatjes maakt met bekenden. En dan vergeet ik gemakshalve maar even de dingen waar ik zeker niet trots op ben, zoals het stiekem vermalen van zijn antipsychotica in de fruityoghurt in de periode dat hij psychotisch, agressief en zeer angstig was. Het doel heiligt de middelen, daar geloof ik nog steeds in. Hij is er nog, zoekt me op en vindt het gezellig als we samen de stad in gaan om te winkelen of koffie te drinken. En soms zegt hij zelfs dat hij van me houdt en blij is met mij als moeder.

Uiteraard ben ik vooral trots op hém, hij moest het uiteindelijk doen, maar toch… ik heb alles op alles gezet om hem mee te nemen naar de plek waar hij nu is: een jongeman van 24 die liefdesverdriet heeft omdat zijn vriendinnetje het uitgemaakt heeft, maar plichtsgetrouw en enthousiast zijn vrijwilligerswerk doet en een taart bakt voor zijn jarige oma. Regelmatig zeg ik hoe trots ik op hem ben. Ik hoop dat dit gevoel van trots bij hem op de achtergrond aanwezig zal blijven. Want dat er nog mindere tijden zullen komen weet ik helaas zeker.

 

Tips van Lies

  1. Verdiep je in het ziektebeeld van je naaste, lees erover en ga bijvoorbeeld zelf vrijwilligerswerk doen waardoor je de omgeving en leefwereld van je naaste leert kennen en hij/zij zich geaccepteerd en gewaardeerd voelt.
  2. Stel je verwachtingen bij, hoop op het beste en blijf stimuleren en motiveren, maar leg je erbij neer dat je naaste wellicht een ander levenspad gaat dan jij verwachtte.
  3. Zorg goed voor jezelf. Blijf leuke en interessante dingen doen waardoor je energie krijgt om de zware tijden aan te kunnen.

Dit verhaal is voortgekomen uit de online schijfhulp voor naasten

89. Brief aan mijn moeder
Ervaringen

Brief aan mijn moeder

Lieve mama,  

Deze brief zal ik je nooit laten lezen. Dit is voor mij een mogelijkheid om eens géén rekening met je te houden.  

Je had moeite met opstaan. Dan hoorde je vanuit je bed dat we aan het ontbijten waren, rolde uit bed en kwam erbij zitten aan tafel. Met die kamerjas en je haren door de war. Ik stuurde je terug naar bed, ik wilde geen moeder die handelde vanuit schuldgevoel, ik doe het zelf wel. Een broodtrommel heb je nooit voor me gemaakt.   

Wanneer we in het weekend of met kerst naar mijn vader gingen, voelden we ons schuldig, omdat je zo eenzaam was zonder ons. We durfden niet te vertellen over de leuke dingen die we hadden gedaan, we wisten dat we je ermee kwetsten. Ook herinner ik me de keer dat je schreeuwend de deur voor me dicht sloeg. Vanaf toen kwam papa ons niet meer ophalen. We gingen zelf met de trein.  

Op emotioneel gebied was ik jouw moeder. Ik zat naast je bed als je huilde en je woede over papa en de wereld eruit gooide. Ik was er voor je, ik probeerde je te troosten en het leven positief te laten inzien. Jij het slachtoffer, ik de redder. ‘Ze is zo zelfstandig!’,  zeiden mensen over mij. Ik wilde gewoon een vrolijke, gezellige moeder. In het zwartste jaar van ons leven, haalde ik wonderbaarlijk mijn eindexamen. Ik fietste door de straten van blijdschap en zocht mijn vriendinnen op. Jij kwam net thuis van je gedwongen opname en was je zo versuft van de medicatie dat je geen woord zei over mijn diploma. Je kon niet eens blij voor mij zijn. Ik heb een jaar gewacht met uit huis gaan, terwijl ik aangenomen was op twee academies. Ik dacht dat jij en mijn broertje het samen niet aan konden. Er was niemand die zei dat ik voor mezelf moest kiezen.  

Niemand wist wat je had. Ik heb brullend geroepen bij je psychiater: ‘Wat heeft ze dan?’ Hij kon alleen zijn schouders ophalen. Jaren later, toen je eindelijk een diagnose kreeg, zei papa dat er niets met je aan de hand was. Ik heb me zo onbegrepen gevoeld. Misschien wilde hij dat ik me niet liet bepalen door mijn geschiedenis, door het te ontkennen. Maar zo werkt het niet. 

Ik weet nog dat ik met mijn vriendje terugkwam van vakantie. Het was half zes in de ochtend en we liepen op het station. In een wachtruimte was een man met een psychose aan het gillen. Mijn flight-en-fight-reactie werkte op volle toeren en ik maakte dat ik weg kwam. Mijn vriendje beschreef mijn reactie en voor het eerst realiseerde ik me dat er iets niet helemaal goed was. Door zijn ogen werd mijn situatie pas echt.  

Dan die angst, die allergrootste angst dat ik het ook zou hebben. Op een moment dat het slecht met me ging, gedroeg mijn familie zich alsof ik jou was. De hele buitenwereld stopte me in een hokje en zag niet meer wie ik was. Hun angst was groter dan hun liefde. Dat heb jij ook gevoeld, die eenzaamheid en onbegrepenheid, dan hoor je nergens meer bij.    

Bescherming, uitleg, emotionele veiligheid en begeleiding, steun in de rug, een goed voorbeeld, iemand die met je meeloopt op je pad: ik had het niet, ik was alleen. Bij mijn eerste verliefdheid was jouw uitspraak een cynische sneer. Bij mijn eerste ongesteldheid zei je vanuit je bed: ‘maandverband ligt in de kast’. Je vroeg niet hoe ik me voelde en of alles oké was.   

Jij hebt dat ook niet geleerd vanuit huis. Je durfde nooit wat te zeggen, je kwam niet op voor jezelf. Je durfde geen nee te zeggen. Je durfde je plek niet te claimen en te staan waar je voor stond. Je durfde mannen geen lik op stuk te geven. Je viel niemand in de rede en je hield rekening met iedereen. Dat je zo was kwam door je opvoeding.  

Je hebt me ook zo veel meegegeven in positieve zin. Je hebt me geleerd om creatief te zijn, om te naaien. Je was altijd iets aan het maken. Ik herinner me de grote tafel vol met patronen en prachtige stoffen. Je gaf me veel vrijheid. Het maakte niet uit hoe laat ik thuis kwam.   

Als er iets is dan bel ik jou. Ik durf nu tegen je zeggen wat ik er van vind of wat ik van je nodig heb. Als je kan, dan geef je het. Ik ben niet meer bang voor de emotionele uitbarstingen die je vroeger had. Want je hebt ze niet meer. Bij jou voel ik de meest onvoorwaardelijke vorm van liefde. Ik weet dat ik altijd bij je terecht kan, met al mijn emoties en met wie ik ben. Soms triggert mijn verhaal iets in je en begin je toch weer over jezelf. Maar je oordeelt niet. Alles wat ik vertel mag er zijn.  

Ik vind je bijzonder sterk en veerkrachtig.  Je hebt je leven op orde. Je hebt veel geleerd over hoe je met je emoties kunt omgaan en je hebt een goede groep mensen om je heen. Ik hoop met heel mijn hart dat het goed met je blijft gaan. Ik weet niet of ik het kan opbrengen om voor je te zorgen als je ziek bent. Die gedachte alleen al geeft me een verscheurd gevoel. Tussen ons gaat het goed. Blijf gezond eten en gooi al dat eten dat over de datum is weg. Blijf wandelen en al die mooie dingen maken. Laat vaak die spontane kant zien, met je humor en je openheid. En geniet van die gave dingen die je doet. Stiekem hoop ik dat je nog een keer een vriend krijgt. Eén die met je mee wandelt.  

Dikke knuffel, Bente 

Tips van Bente 

  1. Als je in een bijzonder gezin bent opgegroeid zijn jouw maatstaven anders dan die van andere mensen. Omarm je bijzonderheid en sta open voor de leefwijzen van anderen.  
  2. Probeer niemand te redden, hoe afhankelijk je je ook voelt van iemand. Jij bent niet verantwoordelijk voor je ouders. Zorg voor jezelf en zoek mensen die je kunnen helpen. 
  3. Ontdek waar je plezier in hebt (voor mij is dat kunst, sport, dansen enz.), zodat je even alles kunt vergeten en waarin je helemaal jezelf mag zijn. 

Dit verhaal is voortgekomen uit de online schijfhulp voor naasten

87. Coronadilemma's
Ervaringen

Coronadilemma's

Ik snap ze de maatregelen rond Corona en volg ze ook. Ik ervaar er ook dilemma’s in. In mijn eigen werk binnen de ggz en ook in de ondersteuning naar mijn broer.

Mijn broer krijgt ondersteuning bij zijn pittige psychische uitdagingen. Sinds ruim een jaar woont hij na 19 jaar van beschermd en begeleid wonen weer zelfstandig in zijn eigen woning. En dat gaat goed. Mede door wat hij geleerd heeft en omdat hij er goede ondersteuning bij krijgt. 5 uur in de week krijgt hij ambulante begeleiding. Twee dagen in de week gaat hij naar een zorgboerderij. Echter per 16 maart, toen alle maatregelen in gingen, viel alles weg. De zorgboerderij is dicht. Ambulante begeleiding komt niet meer thuis maar belt met of zonder beeldscherm (je zal maar paranoïde ideeën hebben rond beeldschermen zoals hij dat heeft) Twee weken geleden is onze vader overleden. Voor hem een groot live event waar hij goed mee omgaat en ook steun bij zoekt en krijgt. Maar nu dus even niet meer. 

Gelukkig belt hij net zelf om te vragen of ik het goed vind als hij wat vaker belt. Natuurlijk! Ik vind zijn ondersteuners echt goud waard. Hij heeft ze hard nodig. Hoe gaan we dit soort ondersteuning goed organiseren met elkaar in deze tijden?

Tips van Nanette

  1. Blijf contact houden
  2. Zoek uit welke manieren en systemen mogelijk zijn en het beste werken: telefoon, videobellen of skypen, briefjes in de bus
  3. Houd ook contact met de hulpverleners. Het is belangrijk dat die weten hoe het gaat.
86. Aan haar lot overgelaten
Ervaringen

Aan haar lot overgelaten

Mijn lieve dochter Nanneke is op een zomerse zondagmorgen, zittend op een bankje, aan een hartstilstand overleden. Oorzaak: sterke onderkoeling en stevig drankgebruik. De avond ervoor waren zij en Dennis door zijn familie uit hun huis gezet. Nan had alleen een dun zomerjurkje aan en was aangeschoten. Die nacht daalde de temperatuur naar 12 graden. Dennis, die ik in een van de voorafgaande maanden tijdens een detox-opname één keer vluchtig zag, lette niet goed op. Hij belde niet 112 toen hij begon door te krijgen dat het niet goed met Nanneke ging. Batterij op….  Hij had niet de tegenwoordigheid van geest – ‘zou niet hebben gebruikt’ – om Nanneke’s mobiel te gebruiken. Reanimatie mocht niet meer baten. Saillant detail: later bleek dat haar vest bij Dennis thuis lag.

Als tiener worstelde Nanneke met anorexia boulimia. Ze is daarvoor behandeld, zonder succes. Daarna ontdekte ze de drank. Ze ging op kamers toen ze naar het Grafisch Lyceum ging. In die periode steeg haar drankgebruik, school lukte niet meer en relaties liepen keer op keer stuk.

Nanneke  verbleef de afgelopen jaren in verschillende instellingen. En deze vader heeft zijn dochter zo’n negen keer verhuisd – opnieuw ingericht en geholpen weer de volgende studie op te starten. IKEA zag ons graag komen. Bij één instelling, is ze een half jaar geweest. Nan beschreef dit als de meest gelukkige periode in haar leven. Structuur, regelmaat en antroposofie hielpen daarbij. Ze had de pech dat ze na een half jaar weg moest –de instelling ging dicht door bezuinigingen. En daar stond ze weer: op straat en aan haar lot over gelaten.

Twee jaar geleden kregen mijn vrouw en ik een telefoontje terwijl we bij een crematie waren: Nanneke was met een hartstilstand in het ziekenhuis opgenomen. Na een reanimatie van ruim een half uur en 10 dagen coma kwam ze weer bij. Na twee maanden kon ze volledig hersteld het ziekenhuis verlaten. Een gele kaart met een rood randje, zou je zeggen. Ze werd naar de detox-afdeling gebracht en kwam tussen de verslaafden. Er was geen woonruimte geregeld. Dat noem je ‘de kat op het spek binden’, een horrorscenario. In de maanden daarna ging het dan ook weer mis.

Licht aan het einde van de tunnel

Na de zoveelste detox-opname afgelopen zomer werd op initiatief van haar behandelende psychologe een uitgebreide diagnose gesteld. Die vertrouwde het decimeterdikke dossier met gestapelde diagnoses niet. Terecht, want wat bleek: Nanneke is autistisch. Nooit eerder gediagnosticeerd, ondanks twintig jaar onderzoek na onderzoek, verkeerde diagnoses en ineffectieve behandeling.

De psychologe vertelde dat pas de laatste jaren bij intelligente meisjes autisme wordt geconstateerd. Deze meisjes hebben zo goed geleerd om hun gedrag (onbegrepen, maar slim gekopieerd van anderen) aan te passen, dat hun stoornis niet wordt opgemerkt. Voor mij als vader vielen de puzzelstukjes op hun plaats.

Echter, het licht in de tunnel bleek een op ons afstormende trein te zijn. Nanneke glipte ons, helaas, als zand tussen de vingers door.

Wat had beter gekund?

Verslaving hangt vaak samen met onderliggende problemen. Dat doorzien en een adequate diagnose stellen blijkt in de praktijk niet makkelijk. Van een eenmaal gekregen stempel kom je moeilijk meer af.

Mij lijkt standaard testen op Autisme Spectrumstoornis logisch, alsook om deze test na een aantal jaren te herhalen indien geen verbetering optreedt.

Nanneke woonde begeleid, ik trof haar meerdere malen aan met flessen drank. En goot ze dan leeg. Op mijn vraag waarom de begeleiding dat niet deed: ‘Dat mogen we niet, dan zitten we aan de eigendommen van onze klanten’. Bezopen toch (letterlijk in dit geval): maar het schijnt dat sommige klanten hiervoor naar hun (pro deo) advocaat stappen.

Tips van Rob

  1. Volg trainingen voor naasten. Je hebt de natuurlijke neiging om voor je verslaafde kind of partner alles over te hebben. En jezelf daarin volledig weg te cijferen, ook ten koste van de relatie met je partner, andere kinderen, familie en vrienden.
  2. Durven een grens te trekken, nee te zeggen, indien nodig zelfs de politie te bellen en aangifte te doen: je kunt het leren.
  3. Luister naar anderen en verwacht niet dat het ‘zomaar’ over gaat. Een verslaafde zal, als de trek weer opspeelt, alles doen om aan zijn gerief te komen, maak je op dat vlak geen enkele illusie.
  4. Transparantie (welke instellingen zijn succesvol en waardoor?) en doorgeslagen privacyregels behoeven aandacht en heroverweging.

Just2RevealDit verhaal is eerder geplaatst op www.just2reveal.nl/persoonlijke-verhalenNanneke is een half jaar voor haar dood met de website Just2Reveal begonnen. Ter nagedachtenis aan haar biedt just2reveal mensen die worstelen met hun verslaving, hun naasten en hulpverleners een plek om vragen te stellen, te prikkelen en praktische ervaring met elkaar te delen.

83. Een fractie in intermenselijke reactie
Ervaringen

Contact: een fractie in intermenselijke reactie

Iedere dag sta je er. Daadkrachtig. Je weet van aanpakken en wilt alles doen. Voor mij. Voor de ander. Iedere dag maak je een frisse start. Je optimisme en enthousiasme komen uit een groot hart. Ik luister naar je woorden en zoek naar akkoorden.

Onze communicatie stagneert op het moment dat ik vraag naar gevoel. Standaard eindigen we in een situatie waarin jij niet begrijpt wat ik bedoel. Ik stel vragen, maar voel geen welbehagen.

De twijfel in mezelf (over)heerst. Ik vrees voor mijn eigen ‘zijn’ en voel diep van binnen een immense pijn. Hoe los ik dit op? Is er in onze intermenselijke communicatie ook een stopknop?

‘Ik breek mijn kop’ en doe er alles aan om je te begrijpen, omdat ik smacht naar sensatie en ik wil met je delen in (intense) emotie.

Mijn zoektocht naar contact leidde tot tact. Ik volgde communicatietrainingen en hoorde meningen. Ik las boeken en bleef onderzoeken. Nu ik begrijp dat ik, net als jij anders dacht, kan ik leven met dat ik mag verlangen, maar me niet altijd bevredigd voel in wat ik (had) verwacht. Lichaamsgerichte oefeningen hebben me bewust gemaakt en mijn diepste essentie geraakt. Doordat ik heb leren voelen waar mijn behoefte naar uitgaat en deze (soms) in rust hardop uitspreek, vermindert de weerstand en ligt onze relatie - die zich uit in onderlinge communicatie - in de week. Ik leer nog iedere dag en steun mezelf door zelf te voelen dat ik er zijn mag. Ik kan het je niet kwalijk nemen dat je niet hebt geleerd om te praten over gevoelens en emotie. Ik ervaar het als menselijk om te verschillen in perceptie. Wat me daartoe bracht is zelfreflectie. Ik (h)erken karaktertrekken van mezelf die ik kreeg van jou, en voel dat waardering groeit. Ik voel respect, nu ik beschouw. Ik ben ik en jij bent jij. Wanneer we samen zijn is er ruimte voor allebei.

Tips van Dikè

  1. Blijf elkaar vertrouwen. Contact start bij het voelen van vertrouwen.
  2. Investeer in je eigen ontwikkeling en verbreed je perspectief door boeken te lezen die je aanspreken of gesprekken aan te gaan met leeftijdsgenoten van jezelf - of leeftijdsgenoten van je naaste. Het helpt in het beter begrijpen van elkaars gedrag en voelen van onderliggende intenties. Hiermee vergroot je je gevoel(ens) van empathie naar elkaar.
  3. Praat. Luister. Stel je oordeel uit en blijf vragen stellen. Verwonder je over de antwoorden.
  4. Investeer in lichaamsgerichte ervaringen om je bewuster te worden van gevoelens en behoeften.
  5. Gebruik in je communicatie de ik-boodschap om daarmee je grenzen aan te geven.
     
78. de borderliner
Ervaringen

De borderliner

Ik zag hem nog maar weinig. Eén keer met mijn verjaardag, alweer jaren geleden. De sfeer was gespannen: hoe zou hij doen? Wat doet hij überhaupt op dit moment? Zou hij wéér een andere baan hebben? Of een ander huis?

Hij had een nieuwe vriendin dit keer. En nog voordat de sfeer er in zou kunnen komen, had hij hem al verpest. ‘Ik heb haar ten huwelijk gevraagd en ze wil’. We keken allemaal met open mond naar hem en naar onze aanstaande schoonzus/-dochter. Een leuke meid, een mooie meid, een jonge meid. Een die heel graag heel jong wilde trouwen. Het was hem weer gelukt: ons compleet verrassen met een onverwacht nieuw plan.

We deden er – ondanks dat we ons zorgen maakten - vaak wat lacherig over. Hoe kreeg hij het voor elkaar? Steeds nieuwe banen, opleidingen, nieuwe woningen, nieuwe vrienden. De oude baan was achteraf altijd het meest waardeloze wat hij gedaan had. Het nieuwe was het meest fantastische wat hij ooit zou doen. Dit gold ook voor huizen, werkgevers en vrienden. Ze waren álles. En later waren ze niets.

Nadat zijn verloving verbroken was, volgden er nieuwe relaties en banen. Gokken in casino’s maakte plaats voor online pokeren. Soms hoorden we iets, maar steeds vaker hoorden we niks. Ik volgde hem online. Ik las rake columns van zijn hand en zag dat hij goktoernooien won. Hij ging regelmatig naar Las Vegas als verslaggever. En ineens was hij weg. Weg van het internet (waar hij ook volop gezocht werd), weg bij zijn nieuwe vriendin. Hij was verdwenen. We hadden hem al eens uit Amerika opgehaald en deden dat dit keer niet uit Thailand, waar hij bleek te zitten. Ook hierna verdween hij weer van de radar, maar nu kregen we na lange tijd een bericht dat ons enigszins hoopvol stemde: hij was behandeld voor zijn gokverslaving en was via het Leger des Heils aan een woning gekomen in de middle of nowhere. Ver weg van de grote stad, weg van de verleidingen. We hielpen hem aan spullen, aan wat geld. Alles voor een nieuwe start.

Toch bleek in de loop der tijd dat zijn verslaving niet zijn hoofdprobleem was. Hij bleek naast ‘een verslaafde’ ook ‘een borderliner’ en ‘een narcist’ te zijn. En laat daar nou net allemaal eigenschappen bij horen waarop ík niet zat te wachten. Hij keek neer op mijn burgerlijke leven. Hij voelde zich slimmer dan mijn man. Hij dreigde continu met suïcide. Hij verkocht de door ons gekochte spullen om weer te gokken.

Ik had hier geen zin in. Hij gooide zijn problemen op zijn beroerde jeugd. Ik vond dat ik hetzelfde mee had gemaakt en: ik deed toch ook 'normaal'?. Ik noemde hem ‘de borderliner’ (met elf van de negen kenmerken die bij deze stoornis horen). Ik noemde hem ‘de narcist’. En ik noemde hem ‘de verslaafde’. En op het laatst was hij óók nog eens depressief. Een depressieve, narcistische, verslaafde borderliner. Ik zag niks goeds meer in hem. En vervolgens in niemand die ook één van deze etiketten opgeplakt had gekregen. Ik schreef ze af. Ik stigmatiseerde. Ze waren in mijn ogen allemaal hetzelfde: niet meer te redden personen door psychische problematiek.

‘Gelukkig’ kreeg ik een depressie en door mijn opname hiervoor ontmoette ik mensen met depressies, persoonlijkheidsstoornissen en verslavingen. Ik leerde veel en zag dat iedereen anders is en dat mensen bepaald niet zelf kozen om iets te krijgen. Een goede les. Een dure les.

Ruim twee jaar geleden: politie aan de deur. Hij was dood. Er was een brief.

Niet de borderliner was dood, maar mijn broertje. Mijn broertje mét een gokverslaving, een borderlinepersoonlijkheidsstoornis en een narcistische persoonlijkheidsstoornis. Hij werd dertig jaar.

Wat had ik graag wat eerder meer begrip opgebracht voor zijn situatie. En wat had ik hem gewoon willen zeggen: wat erg voor je, ik ben er voor je, ik snap je en ik wil je helpen. Helaas. Ik kwam te laat tot dit inzicht: iemand ís niet zijn stoornis, iemand hééft een stoornis.

Tips van Marijke

  1. Blijf de mens zien achter de stoornis
  2. Probeer te begrijpen wat er aan de hand is
  3. Zoek daar hulp bij

Marijke Groot schreef meer in haar boek ‘Veel succes met je PTSS'

Abonneer op

Gebruiker registratie informatie banner

Log in om de meest relevante verhalen te krijgen die aansluiten bij jouw voorkeuren. Nog niet geregistreerd? Meld je gratis aan. Uiteraard gaan we zorgvuldig om met je privacy.