Lieve mama,
Deze brief zal ik je nooit laten lezen. Dit is voor mij een mogelijkheid om eens géén rekening met je te houden.
Je had moeite met opstaan. Dan hoorde je vanuit je bed dat we aan het ontbijten waren, rolde uit bed en kwam erbij zitten aan tafel. Met die kamerjas en je haren door de war. Ik stuurde je terug naar bed, ik wilde geen moeder die handelde vanuit schuldgevoel, ik doe het zelf wel. Een broodtrommel heb je nooit voor me gemaakt.
Wanneer we in het weekend of met kerst naar mijn vader gingen, voelden we ons schuldig, omdat je zo eenzaam was zonder ons. We durfden niet te vertellen over de leuke dingen die we hadden gedaan, we wisten dat we je ermee kwetsten. Ook herinner ik me de keer dat je schreeuwend de deur voor me dicht sloeg. Vanaf toen kwam papa ons niet meer ophalen. We gingen zelf met de trein.
Op emotioneel gebied was ik jouw moeder. Ik zat naast je bed als je huilde en je woede over papa en de wereld eruit gooide. Ik was er voor je, ik probeerde je te troosten en het leven positief te laten inzien. Jij het slachtoffer, ik de redder. ‘Ze is zo zelfstandig!’, zeiden mensen over mij. Ik wilde gewoon een vrolijke, gezellige moeder. In het zwartste jaar van ons leven, haalde ik wonderbaarlijk mijn eindexamen. Ik fietste door de straten van blijdschap en zocht mijn vriendinnen op. Jij kwam net thuis van je gedwongen opname en was je zo versuft van de medicatie dat je geen woord zei over mijn diploma. Je kon niet eens blij voor mij zijn. Ik heb een jaar gewacht met uit huis gaan, terwijl ik aangenomen was op twee academies. Ik dacht dat jij en mijn broertje het samen niet aan konden. Er was niemand die zei dat ik voor mezelf moest kiezen.
Niemand wist wat je had. Ik heb brullend geroepen bij je psychiater: ‘Wat heeft ze dan?’ Hij kon alleen zijn schouders ophalen. Jaren later, toen je eindelijk een diagnose kreeg, zei papa dat er niets met je aan de hand was. Ik heb me zo onbegrepen gevoeld. Misschien wilde hij dat ik me niet liet bepalen door mijn geschiedenis, door het te ontkennen. Maar zo werkt het niet.
Ik weet nog dat ik met mijn vriendje terugkwam van vakantie. Het was half zes in de ochtend en we liepen op het station. In een wachtruimte was een man met een psychose aan het gillen. Mijn flight-en-fight-reactie werkte op volle toeren en ik maakte dat ik weg kwam. Mijn vriendje beschreef mijn reactie en voor het eerst realiseerde ik me dat er iets niet helemaal goed was. Door zijn ogen werd mijn situatie pas echt.
Dan die angst, die allergrootste angst dat ik het ook zou hebben. Op een moment dat het slecht met me ging, gedroeg mijn familie zich alsof ik jou was. De hele buitenwereld stopte me in een hokje en zag niet meer wie ik was. Hun angst was groter dan hun liefde. Dat heb jij ook gevoeld, die eenzaamheid en onbegrepenheid, dan hoor je nergens meer bij.
Bescherming, uitleg, emotionele veiligheid en begeleiding, steun in de rug, een goed voorbeeld, iemand die met je meeloopt op je pad: ik had het niet, ik was alleen. Bij mijn eerste verliefdheid was jouw uitspraak een cynische sneer. Bij mijn eerste ongesteldheid zei je vanuit je bed: ‘maandverband ligt in de kast’. Je vroeg niet hoe ik me voelde en of alles oké was.
Jij hebt dat ook niet geleerd vanuit huis. Je durfde nooit wat te zeggen, je kwam niet op voor jezelf. Je durfde geen nee te zeggen. Je durfde je plek niet te claimen en te staan waar je voor stond. Je durfde mannen geen lik op stuk te geven. Je viel niemand in de rede en je hield rekening met iedereen. Dat je zo was kwam door je opvoeding.
Je hebt me ook zo veel meegegeven in positieve zin. Je hebt me geleerd om creatief te zijn, om te naaien. Je was altijd iets aan het maken. Ik herinner me de grote tafel vol met patronen en prachtige stoffen. Je gaf me veel vrijheid. Het maakte niet uit hoe laat ik thuis kwam.
Als er iets is dan bel ik jou. Ik durf nu tegen je zeggen wat ik er van vind of wat ik van je nodig heb. Als je kan, dan geef je het. Ik ben niet meer bang voor de emotionele uitbarstingen die je vroeger had. Want je hebt ze niet meer. Bij jou voel ik de meest onvoorwaardelijke vorm van liefde. Ik weet dat ik altijd bij je terecht kan, met al mijn emoties en met wie ik ben. Soms triggert mijn verhaal iets in je en begin je toch weer over jezelf. Maar je oordeelt niet. Alles wat ik vertel mag er zijn.
Ik vind je bijzonder sterk en veerkrachtig. Je hebt je leven op orde. Je hebt veel geleerd over hoe je met je emoties kunt omgaan en je hebt een goede groep mensen om je heen. Ik hoop met heel mijn hart dat het goed met je blijft gaan. Ik weet niet of ik het kan opbrengen om voor je te zorgen als je ziek bent. Die gedachte alleen al geeft me een verscheurd gevoel. Tussen ons gaat het goed. Blijf gezond eten en gooi al dat eten dat over de datum is weg. Blijf wandelen en al die mooie dingen maken. Laat vaak die spontane kant zien, met je humor en je openheid. En geniet van die gave dingen die je doet. Stiekem hoop ik dat je nog een keer een vriend krijgt. Eén die met je mee wandelt.
Dikke knuffel, Bente
Tips van Bente
- Als je in een bijzonder gezin bent opgegroeid zijn jouw maatstaven anders dan die van andere mensen. Omarm je bijzonderheid en sta open voor de leefwijzen van anderen.
- Probeer niemand te redden, hoe afhankelijk je je ook voelt van iemand. Jij bent niet verantwoordelijk voor je ouders. Zorg voor jezelf en zoek mensen die je kunnen helpen.
- Ontdek waar je plezier in hebt (voor mij is dat kunst, sport, dansen enz.), zodat je even alles kunt vergeten en waarin je helemaal jezelf mag zijn.
Dit verhaal is voortgekomen uit de online schijfhulp voor naasten