We werkten in hetzelfde gebouw bij verschillende organisaties. Soms lunchten we samen. Tijdens het zingen in een gelegenheidskerstkoortje sprong de vonk over. We leken net twee giechelende tieners.
Ik viel op zijn gezicht. Open en robuust. Hij was ouder dan ik maar oogde jonger. Hij had een rebels randje dat ik interessant vond. Dat heeft hij nog. Soms slaat hij erin door. Dat irriteert. Ik herkende iets van mezelf in hem. Zijn zoektocht naar geluk, zijn 'overal tot in den treure over nadenken', zijn sociale kant, zijn openheid. Dat laatste had ik nodig. Ik zit meer in mijn hoofd. Hij heeft een tweede leven in zijn hoofd, weet ik nu. Maar hij uit zich wel beter dan ik. Dat kon en kan ik van hem leren.
Hij genoot meer van het leven dan ik. Wilde alles zien en beleven. Ik houd dat niet altijd bij. Probeerde het in het begin wel, maar weet nu dat ik gewoon iets minder hard loop dan hij. Niks mis mee.
Kinderen kwamen al snel. Maar de structuur die daarvoor nodig was, kon hij niet opbrengen. Hij was gewend zijn eigen programma te draaien. Daarmee kon hij inspelen op de gevolgen van zijn chaotische inslag. Een inslag die hij heimelijk haatte en die hij maar niet onder controle kreeg. Ik zag hem worstelen maar begreep niet waarom het niet ging. Hij zelf ook niet. Onze relatie kwam zwaar onder druk te staan. Pierre brandde op. Ik eiste dat hij hulp ging zoeken.
De ADHD-diagnose en behandeling die volgden, zorgden voor een enorme opluchting en ommekeer voor ons beiden. Voor mij vielen er puzzelstukjes op hun plek. Zijn enthousiasme, zijn chaos, zijn 'ergens aan beginnen maar het niet afmaken', zijn onzekerheid en lage zelfbeeld. Maar het was ook zoeken voor ons beiden hoe ermee om te gaan. Het bijzondere van die tijd zo voor en na de diagnose was dat we in zekere zin met grote afstand van elkaar in één huis leefden, maar naast de zorg voor de kinderen, ook verbonden bleven door een wederzijdse loyaliteit. Ik wilde met Pierre door, maar moest de ADHD die hij er op zijn 40e opeens ‘bij had gekregen’ wel een plek geven.
ADHD is een manier van zijn en verklaarde veel. Het liet zien dat hij niet 'expres onverantwoordelijk' was, zoals weleens door mijn hoofd geschoten was. Maar had ik hem dan onterecht dingen verweten? Dingen waar hij niets aan kon doen? En wat mocht ik wél van hem verwachten? Wat betekende het voor mij en de kinderen? Er kwamen vragen bij en als ‘partner van’ kreeg ik daar geen begeleiding voor. We hebben het grotendeels zelf moeten doen.
Onze relatie bloeide weer op nadat onze kinderen ook een AD(H)D-diagnose kregen. Ik snapte inmiddels veel meer van wat dit inhield en kon hen daardoor met de nodige mildheid en begrip benaderen. Zo wilde ik ook met Pierre omgaan. Dat lukte stapje voor stapje. Wat ook hielp was dat Pierre door meer zelfinzicht weer van zichzelf hield.
Nu, jaren later, hebben we een manier gevonden. We weten redelijk hoe de ander denkt en voelt. Bepaalde manieren en uitspraken kan ik beter plaatsen. En ik kan weer genieten van datgene waar ik toen op viel: zijn rebelse randje.
Tips van Anne
1 Dring bij je partner aan op het zoeken naar hulp als je er samen aan onderdoor dreigt te gaan.
2 Blijf je bewust van de mooie kanten van je partner waar je ooit op viel. Ze sneeuwen misschien onder maar ze zijn er nog wel.
3 Als je ziet dat je tegen je kinderen milder bent dan tegen je partner, realiseer je dat je dit kunt en welk positief effect het op hen heeft. Gun dit ook je partner.