Tips voor kinderen van...
- Zoek herkenning bij lotgenoten Naasten Centraal organiseert jaarlijks een 'kind-van' dag.
Het is vreselijk om je kind te zien lijden. Als ouder wil je je kind helpen. Hoe kun je je kind met psychische kwetsbaarheid het beste ondersteunen? Misschien vraag je je af of het ooit weer goed komt. Of pieker je over wat je verkeerd hebt gedaan.
Er is een kwaliteitsstandaard gemaakt voor de samenwerking met en ondersteuning van mensen met psychische problematiek. Deze standaard (de Generieke Module Samenwerking en ondersteuning naasten van mensen met psychische problematiek) is een richtlijn voor professionals.
De standaard 'geeft aanbevelingen voor het vormgeven van de samenwerking tussen professionals en naasten en het bieden van ondersteuning aan naasten in hun rol als mantelzorger.'
Twee van mijn kinderen hebben ADD en mijn man heeft het vermoedelijk ook. Pas in het voortgezet onderwijs kwam aan de orde dat onze kinderen wel erg vaak verstrooid waren, veel overzicht nodig hadden, echt langzaam lazen, erg zorgvuldig dingen op dezelfde plek legden, vaak dingen vergaten of kwijt waren, moeite hadden met een nieuwe omgeving, een grote binnenwereld hadden (introvert), liever alles op hun eigen(wijze) manier deden en een gebrekkige concentratie hadden. En dat is allemaal nog steeds zo.
Tot de middelbare school bood ik blijkbaar zo veel structuur dat ze ‘automatisch’ niets vergaten. Soms was ik wel verbaasd dat een aantal zaken niet beklijfden, zoals de vaste dagen voor huiswerk en gym. Ook heb ik mezelf al vroeg aangeleerd zoveel mogelijk eerst de naam van de persoon te noemen en dan pas de vraag. Anders blijf ik steeds mijn vraag herhalen omdat ik na de eerste vraag pas de aandacht heb. Maar ik wist niet beter. En ik wilde niet problematiseren. Mijn kids waren en zijn oké. Ik stelde bijvoorbeeld de juf voor dat als ze de sommen wel konden, ik het niet zo belangrijk vond dat ze per se ook alle sommen moesten afmaken binnen een bepaalde tijd.
Maar op de middelbare school liepen we tegen te veel dingen aan en kwamen er toch diagnoses. Dit gaf verheldering en begrip en ook handvatten om met sommige lastige dingen om te gaan. Zowel voor de kinderen zelf als voor mij. Inmiddels herkende mijn man ook wat symptomen. Met zijn ongedurigheid, creativiteit en enorme energie heeft hij vast ook ADHD of ADD. Een diagnose laten we zitten. Er is niemand meer die over zijn jeugd kan vertellen, wat nodig is om de diagnose bij een volwassene te stellen. En wat maakt het stempel uit?
Zo heb ik dus een huis vol met ADD’ers. En dat is niet altijd gemakkelijk. Dingen vergeten of kwijt zijn is hier aan de orde van de dag. Ik ben heel gestructureerd en help graag. Maar als ik aangeef dat ze mij kunnen vragen om hen te helpen onthouden of zoeken dan kijken ze mij verstrooid aan. Dat is mijn grootste dilemma. Dat ik weet dat wanneer ik wil helpen, mijn huisgenoten met ADD dat meestal niet op prijs stellen. Als ik help herinneren aan een belofte of afspraak dan wordt er meteen gereageerd met ongeduld. Waarschijnlijk is dit (hoop ik) frustratie en ongeduld naar zichzelf omdat ze het vergeten zijn. Er wordt (bijna) niet bedankt voor het helpen herinneren…
Dit alles maakt natuurlijk dat ik hen minder help herinneren en met kinderen van inmiddels boven de 20 is dat ook prima. Ze zijn volwassenen, hebben vrienden, ze sporten, ze hebben een prima opleiding en werk naar hun zin. Ik ben supertrots op ze. En ik respecteer hun drive om het zelf te doen.
Maar…..soms gaat het om beloftes aan mij en ben ik daar afhankelijk van. Ik ga ervan uit dat het gedaan wordt: iets klaarzetten wat opgehaald wordt, de vaatwasser uitruimen, een kaart posten, etc. Ik moet er dan van op aan kunnen dat iemand doet wat we afgesproken hebben! Het frustreert me dan wel als het toch niet zo is.
Wat ik het meeste mis is empathie. Vooral van mijn echtgenoot. Als ik iets vertel, zijn z’n gedachten vaak halverwege mijn verhaal alweer vertrokken. Als ik ergens mee zit, is er weinig emotionele ondersteuning en dat vind ik triest voor mijzelf. Ik heb helaas de neiging me dit te persoonlijk aan te trekken. Ik concludeer dat er ‘blijkbaar’ geen belangstelling is. Dit maakt dat ik mij soms eenzaam voel met ADD’ers in huis. Mijn levensles is om dit onvermogen bij hen te laten, mijzelf oké te blijven vinden en mijn eigen aandeel hierin te (h)erkennen.
Tips van Emmy
Bij ‘ik boodschappen’ ga je alleen uit van wat jij zelf voelt, ervaart of denkt. Je geeft geen oordeel over de ander en beschuldigt niet.
Woensdagochtend half 10. De telefoon gaat. Het is mijn vriend Sjors. Zijn stem klinkt opvallend opgewekt en hij is nauwelijks te onderbreken. Dit is net als de vorige keren. Sjors is manisch. Ik weet hel al, hij nog niet. Mijn pogingen om hem af te remmen helpen niet. Ik spreek af om dezelfde avond bij hem langs te komen.
Als ik arriveer komt hij ook net aan. Hij is de hele dag op stap geweest. Sjors wil voor mij koken maar is met van alles bezig, behalve met koken. Vragen die ik hem stel beantwoordt hij niet, hij vertelt zijn eigen verhaal. Van de hak op de tak. Ook met momenten van agitatie.
Ik probeer hem aan te spreken op zijn drukke en volgens mij manische gedrag. Helaas, Sjors vindt dat het meer dan uitstekend met hem gaat. En daar laat ik het die avond bij.
Op vrijdagochtend ben ik onderweg naar Amersfoort en beland in de file. Laat ik Sjors even bellen om te vragen hoe het gaat. Slecht dus. Hij zegt dat hij opgenomen wil worden. Ik besluit terug te gaan om hem bij te staan.
Wat volgt is een bizarre dag. Op weg naar Sjors bel ik zijn broer die als eerste contact fungeert vanuit het noodplan. We spreken af dat ik eerst langs zijn SPV ga om te zien of er een bed beschikbaar is. Na twee uur wachten is er eindelijk een bed en ga ik naar Sjors. Hij laat me niet binnen. Hij is woest. Loopt schreeuwend door het huis. Ik heb met hem te doen. Wat ik ook probeer, de deur blijft dicht. Dan maar zijn broer bellen. Hij heeft een sleutel en samen voelt toch veiliger dan alleen. Na dik een uur, het is inmiddels 1 uur ‘s middags arriveert de broer van Sjors. Hij moet over een muurtje klimmen om via de achterdeur binnen te komen. Daar blijkt de vogel gevlogen. Weg. Waarheen? We gaan een paar bekende plekken af, maar zonder resultaat.
Dan maar naar de SPV om te overleggen. Zij schakelt de wijkagent in om ‘een man met verward gedrag’ van de straat te plukken. Het wachten begint. Om 5 uur belt de SPV dat Sjors op de eerste hulp van het ziekenhuis is. Hij heeft de boel op stelten gezet. Bij aankomst zijn er al twee agenten aanwezig om zo nodig in te grijpen. Sjors z’n broer en ik proberen contact met hem te maken, maar hij stuurt ons de behandelkamer uit. Heel boos. De psychiater waarschuwt dat als hij niet meewerkt het een gedwongen opname wordt. Hier blijkt Sjors gevoelig voor en hij laat zich vrijwillig opnemen. Met de ambulance wordt Sjors afgevoerd naar de kliniek.
Had ik het anders kunnen doen? Ik denk het niet. Sjors is niet aanspreekbaar en corrigeerbaar als hij in een manie terechtkomt.
Tips van Tonie
Een crisissituatie is meestal niet het juiste moment om een probleem te bespreken. Als de emoties hoog zijn opgelopen is er meestal geen ruimte om echt naar elkaar te luisteren. Wacht op een rustiger moment, als de gemoederen bedaard zijn.
Ontdekken wat jouw grenzen zijn is een kwestie van vallen en opstaan. Soms weet of voel je direct dat je iets niet wilt of kunt. Soms besef je dat pas achteraf. Het kan helpen te (h)erkennen hoe je lichaam reageert op iets wat je niet prettig vindt of wat niet goed voor je is. Dit kun je leren. Bijvoorbeeld met de Oefeningen grenzen herkennen.
Mijn man en ik zijn 46 jaar getrouwd. Na de geboorte van onze jongste dochter, 41 jaar geleden, zijn zijn depressies begonnen.
Ze kwamen steeds vaker, dichter op elkaar en duurden steeds langer. Op zijn 39ste is hij volledig afgekeurd. Na wat parttime-banen op therapeutische basis raakte hij toch weer zonder werk. In goed overleg met het GAK, nu UWV, begon hij voor zichzelf met behoud van uitkering.
Maar zijn gedrag werd steeds vreemder en onvoorspelbaarder. Na een zoektocht van 10 jaar werd op zijn 59ste de diagnose ‘bipolaire stoornis’ gesteld. Dat is 8 jaar geleden.
Met behandeling en medicatie gaat het redelijk. Wij zijn heel open over wat er aan de hand is, maar niet iedereen heeft daar begrip voor. We hebben ons leven anders moeten inrichten maar dat gaat goed, ondanks de stemmingswisselingen die er nog zijn.
Wanneer de spanning te hoog oploopt, nemen we even afstand van elkaar. Hij gaat een paar dagen logeren bij vrienden of een week in een vakantiehuisje. Zelfs hebben we een keer gebruik gemaakt van bed-op-recept, 3 dagen logeren op de psychiatrische afdeling, maar dat was geen succes.
Afgelopen winter ben ik erg ziek geweest. Kanker. Mijn man heeft heel goed voor me gezorgd.
Mijn ziekzijn heeft mij een behoorlijke mentale klap toegebracht. Ik ben meer geëmotioneerd en heb minder geduld met mijn partner.
Wat ik zo graag zou willen is een soort zorghotel, door de verzekering vergoed, waar mijn partner af en toe kan verblijven. Er zijn vast meer mensen in een dergelijke situatie. Met zo’n voorziening voorkom je dat je als partner-van straks zelf patiënt bent met een burn-out.
Het bizarre is, wij hebben zelf thuis gastenverblijven gehad, waar we regelmatig mensen te logeren hadden die er nodig even tussenuit moesten en voor een zacht prijsje of gratis bij ons terecht konden.
Nu ben ik zelf op zoek.
Tips van Anneke